van Loon & Ruiz Advocaten

Nederlandse erfgenamen kunnen aanzienlijke bedragen aan ten onrechte betaalde successie terugvorderen van de Spaanse overheid

Nederlanders en andere Europeanen die in Spanje hebben geërfd kunnen aanzienlijke bedragen aan ten onrechte betaalde successie terugvorderen van de Spaanse overheid. Op 3 september 2014 deed het Europese Hof een belang- wekkende uitspraak (Zaak C-127/12) en oordeelde dat de Spaanse regeling van het successie- en schenkingsrecht het vrije verkeer van kapitaal belemmert.

Europees hof

De Europese Commissie daagde Spanje in 2011 voor het Hof omdat onder meer de Spaanse regeling van het successie- en schenkingsrecht naar haar oordeel in strijd zou zijn met het Europese recht. In 2007 stelde de Commissie dat de Spaanse regeling het vrije verkeer van personen, dan wel het vrije verkeer van kapitaal binnen Europa zou belemmeren. Omdat Spanje van oordeel was dat dit niet het geval was en niet vrijwillig over is gegaan tot aanpassing van haar wetgeving op het punt van het successie- en schenkingsrecht, heeft de Commissie Spanje vervolgens in 2011 voor het Europees Hof gedaagd waar begin deze maand de uitspraak op volgde.

Autonome gebieden

In Spanje is de heffing van de successie- en schenkingsrechten in principe een recht van de centrale overheid, maar deze heeft de uitvoering, de opbrengsten en nadere regelgeving overgedragen aan de Spaanse autonome gebieden (comunidad autónoma). Alleen in de gevallen waarin er geen persoonlijk of reëel aanknopings- punt is met een van de deelgebieden wordt de algemene regelgeving van de centrale overheid toegepast.

Niet-residenten benadeeld

Dit houdt de facto in dat de niet-residenten eigenlijk de enige groep vormen die deze belastingen naar de hoge tarieven van de centrale overheid betalen. Alle deelgebieden hebben ieder hun eigen regelingen (vrijstellingen en tarieven) waarbij het zo is dat er óf niets of een zeer laag bedrag moet worden voldaan aan successie- en schenkingsrechten. De niet-residenten genieten slechts een kleine vrijstelling van ongeveer € 16.000,- per persoon en verder niets.

In strijd met het Europees verdrag

In haar uitspraak wijst het Hof erop dat een erfenis of schenking waarbij de erfgenaam, begunstigde, erflater of schenker niet-resident is in Spanje, niet kan profiteren van de belastingverlagingen. Deze zijn enkel en alleen van toepassing als men een verbondenheid heeft met, of woonachtig is in, een van de autonome gebieden. Het Hof stelt vast dat de waarde van die erfenis of schenking derhalve daalt omdat er niet van die (lokale) fiscale voordelen gebruik kan worden gemaakt. Deze waardedaling is een obstakel voor het vrije verkeer van kapitaal. Het is daarom dat het Hof oordeelt dat de Spaanse wetgeving ter zake in strijd is met het Europees verdrag.

Maar wat nu?

De discussie daarover is in Spanje al op gang gekomen. Op de eerste plaats heeft Spanje de verplichting om de huidige wetgeving, waarbij overdracht plaatsvindt van bevoegdheden aan de autonome gebieden, aan te passen. Er moeten nieuwe regels komen met betrekking tot de toepasselijkheid van de wetgeving. Zowel op het centrale niveau, als op het niveau van de autonome gebieden. Die regels moeten gelijkelijk van toepassing zijn op zowel de residenten in Spanje als de niet-residenten uit de EU.
Rapport van commissie Lagares
Er ligt een flink rapport van begin dit jaar met voorstellen betreffende fiscale hervormingen. Het rapport van de commissie Lagares is op verzoek van het ministerie van Financiën (Hacienda) opgesteld. In dat rapport (ruim 400 pagina’s dik) worden 270 wijzigingen voorgesteld. Eén van die wijzigingen betreft het invoeren van een minimum tarief voor heel Spanje dat alleen differentieert naar de graad van verwantschap. Maar wat te doen met de al afgewerkte aangiftes van vóór de uitspraak van het Hof? Hierbij moeten we rekening houden met drie periodes.

Periode 1

De periode ná de uitspraak van het Hof, dus vanaf 3 september 2014 tot het moment waarop er nieuwe wetgeving is aangenomen en in werking zal treden. Er moet aangifte worden gedaan volgens de regels van de autonome regio waar de goederen (zaken en vermogensrechten) van de nalatenschap zich bevinden.
Naar Spaans recht moet aangifte van de erfenis en de betaling van de verschuldigde belasting worden gedaan binnen een termijn van zo’n 6 maanden na het overlijden. Na deze periode van 6 maanden is er een termijn van 4 jaar waarin de belastingdienst op de aangifte kan terugkomen en deze kan herzien. Daarna is het voor de belastingdienst niet langer mogelijk op de aangifte (of niet-aangifte) terug te komen.

Terzijde

Even terzijde: van het vervallen van het recht van de belastingdienst om nog belasting over de nalatenschap te heffen wordt zowel door residenten als niet- residenten gebruik gemaakt door geen aangifte te doen van het overlijden en dus van de successierechten. De gegevens van overlijden worden in Spanje door de gemeenten niet automatisch doorgegeven, zoals dat bijvoorbeeld in Nederland wel gebeurt. Bovendien: hoe weet Spanje nu dat in Nederland of welk ander Europees land dan ook iemand is overleden? Ik verwacht dat in Spanje de termijn, waarbinnen de belastingdienst alsnog aanslagen kan opleggen in het kader van de successie, zodanig zal worden aangepast dat de termijn van 4 jaar pas gaat lopen als de belastingdienst redelijkerwijze kennis heeft kunnen krijgen van het overlijden.
Maar zoals gezegd, dit terzijde.

Periode 2

De tweede periode is de periode vanaf het moment dat de belasting (de successie) werd voldaan plus vier jaar, voor zover de daar uit resulterende datum nog niet is verstreken. Bijvoorbeeld: de belasting werd voldaan op 30 september 2011, dan heeft men tot 30 september 2015 de tijd om ‘herziening’ te vragen. Het gaat feitelijk niet om een ‘herziening’, maar men moet toch het onverschuldigd betaalde terugvorderen. Maar wát moet men terugvorderen, en bij wie?
Systeemconform zou zijn om het volledig betaalde bedrag terug te vorderen bij de centrale overheid aan wie het ook werd betaald, en opnieuw aangifte te doen (autoliqidacion = eigen aangifte) na ontvangst van de gelden bij het autonome gebied waar de goederen (zaken en vermogensrechten) van de nalatenschap zich bevonden.

Periode 3

De periode vanaf 2007. Maar wat als de termijn van 4 jaar na betaling van de successie (belasting) al is verlopen? Ook dan is er naar onze inschatting – maar zekerheid hier over bestaat niet – nog ruimte om de belastinggelden terug te vorderen als onverschuldigd betaald. Spanje werd immers in 2007 al op de onjuiste wetgeving aangesproken door de Commissie en was derhalve op de hoogte van een ‘mogelijke’ overtreding van de Europese wetgeving. Hierbij komt nog een eigenaardigheid naar boven. Namelijk: stel de centrale overheid betaalt terug. Moet ik dan nog in het autonome gebied de successie betalen? Eigenlijk niet. Het vorderingsrecht van de belastingdienst van het autonomie gebied is immers reeds komen te vervallen. Tel uit je winst. Een ander systeem zou zijn dat de centrale overheid – die de gelden die zij ontving van de niet-residenten overigens ingevolge de toepasselijke wetgeving via een fonds doorsluisde aan de respectievelijke autonome gebieden – zélf de normen van de autonome gebieden toepast op de respectievelijke aangiftes. In dat model zou zij slechts gehouden zijn een deel van de belasting terug te geven als onverschuldigd betaald. Dit lijkt mij het meest praktische systeem.

Wat kan men ‘terugvorderen’ c.q. wat moet men betalen? Duidelijk is dat er een herberekening zou moeten plaatsvinden van de verschuldigde successie naar de normen van het autonome gebied waar de goederen van de nalatenschap zich bevonden. Dat is wat men verschuldigd zou zijn en had moeten betalen. Het kán hierbij om aanzienlijke bedragen gaan.

Ongelijkheid binnen Spanje blijft

Het wrange van de uitspraak is dat de ongelijkheid binnen Spanje zélf er – naar het lijkt – niet mee wordt opgelost. Stel: de erflater overlijdt in de Comunidad Valencia. Hij of zij heeft enkel drie kinderen en verder geen erfgenamen. Één erfgenaam woont in de Comunidad Valencia, één in de Comunidad Madrid en een ander in Pais Vasco. Alle drie betalen een verschillend bedrag aan successierechten. Dat is Europa.

Dit artikel werd geschreven door mr drs Hans (J.) van Loon, senior partner bij van Loon & Ruiz Advocaten en PYME Accountancy in Alfaz del Pi, Alicante, Spanje

Print dit artikel